Slakken bestrijden

Slakken bestrijden

Zacht en vochtig weer met af een toe een regenbui is ideaal weer voor slakken. Slakken eten gaten in de bladeren van je planten waardoor de planten minder snel groeien, er bladschimmel en bladval ontstaat of jonge plantjes zelfs afsterven. De slakken zijn vooral dol op de bladeren van producten uit je moestuin zoals sla, boontjes en courgettes. Wanneer je de eerste slakken of vraat ziet is het belangrijk snel actie te ondernemen, want voordat je het weet zijn jouw mooie planten kaalgegeten door de slakken.

Welke slakken bestrijden?

Bij het bestrijden van slakken is het belangrijk onderscheid te maken tussen de verschillende soorten slakken. De slakken zonder huisje, de naaktslakken, zorgen voor de grootste vraat in je tuin. De klassieke slakken met een huisje daarentegen eten wel eens van de groene bladeren van je planten, maar eten vooral dood plantenmateriaal. Hiermee helpen ze jou het plantenafval op te ruimen en zetten ze het afval om in goede voedingsstoffen voor je planten. Uitzondering hierop is de segrijnslak, die te herkennen is aan het slangachtig patroon op het huisje, die wel veel blaadjes eet en dus een bedreiging voor je planten vormt. Het is dan ook zaak de naaktslakken en segrijnslakken te bestrijden en de andere slakken, die je planten voorzien van goede voedingsstoffen, met rust te laten.

Slakkenkorrels

Wat te doen tegen slakken? De meest effectieve manier om je jonge planten met mooie groene bladeren te redden is met behulp van slakkenkorrels. Na het eten van deze korrels verliezen slakken hun eetlust en trekken ze zich terug naar hun schuilplaats om te sterven. Naaktslakken, de grootste bladvreters, verstoppen zich in holtes onder de grond en komen pas ‘s avonds tevoorschijn om je al het groen in je tuin op te gaan eten. We adviseren je dan ook de slakkenkorrels in de avonduren te strooien, omdat dan de meeste slakken actief zijn. Voordeel van slakkenkorrels is dat de resten van de overleden slakken worden opgenomen in de ecologische kringloop zonder dat huisdieren, vogels of egels schade overhouden aan het eten van de dode slakken.